En zij, in wiens huis hij was, probeerde hem te verleiden, zij sloot alle deuren en zei: “Kom op, jij (om overspel te plegen)." Hij zei: "Ik zoek mijn toevlucht bij Allah. Waarlijk, hij is mijn Meester! Hij maakt mijn verblijf aangenaam! Waarlijk, de onrechtvaardigen zullen nooit slagen.”