بِسۡمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحۡمَٰنِ ٱلرَّحِيمِ
فَبَعَثَ ٱللَّهُ غُرَابٗا يَبۡحَثُ فِي ٱلۡأَرۡضِ لِيُرِيَهُۥ كَيۡفَ يُوَٰرِي سَوۡءَةَ أَخِيهِۚ قَالَ يَٰوَيۡلَتَىٰٓ أَعَجَزۡتُ أَنۡ أَكُونَ مِثۡلَ هَٰذَا ٱلۡغُرَابِ فَأُوَٰرِيَ سَوۡءَةَ أَخِيۖ فَأَصۡبَحَ مِنَ ٱلنَّـٰدِمِينَ
En nadat (Qaabil geen raad wist met het lijk van Haabil) stuurde Allah een raaf die (met zijn poten en snavel een gat) in de grond groef om hem te tonen hoe hij het dode lichaam van zijn broeder (en zijn wandaad) moest verbergen. (Qaabil) zei: “Wee mij! Ben ik zelfs niet in staat om het dode lichaam van mijn broeder te verbergen, zoals deze kraai (met zijn dode broeder heeft gedaan)?” Daarop behoorde hij tot degenen die spijt hadden (door berouw te tonen).
مِنۡ أَجۡلِ ذَٰلِكَ كَتَبۡنَا عَلَىٰ بَنِيٓ إِسۡرَـٰٓءِيلَ أَنَّهُۥ مَن قَتَلَ نَفۡسَۢا بِغَيۡرِ نَفۡسٍ أَوۡ فَسَادٖ فِي ٱلۡأَرۡضِ فَكَأَنَّمَا قَتَلَ ٱلنَّاسَ جَمِيعٗا وَمَنۡ أَحۡيَاهَا فَكَأَنَّمَآ أَحۡيَا ٱلنَّاسَ جَمِيعٗاۚ وَلَقَدۡ جَآءَتۡهُمۡ رُسُلُنَا بِٱلۡبَيِّنَٰتِ ثُمَّ إِنَّ كَثِيرٗا مِّنۡهُم بَعۡدَ ذَٰلِكَ فِي ٱلۡأَرۡضِ لَمُسۡرِفُونَ
Hierom hebben Wij de Kinderen van Israël bevolen dat als iemand een ander doodt, behalve als het een moord betreft of voor het verspreiden van ellende over het land – het is alsof hij de hele mensheid gedood heeft en als iemand een leven redt, het is alsof hij het leven van de hele mensheid heeft gered. En zeker, tot hen kwam Onze boodschapper met duidelijke bewijzen en tekenen, en zelfs hierna overtraden velen nog de grenzen in het land!
إِنَّمَا جَزَـٰٓؤُاْ ٱلَّذِينَ يُحَارِبُونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَيَسۡعَوۡنَ فِي ٱلۡأَرۡضِ فَسَادًا أَن يُقَتَّلُوٓاْ أَوۡ يُصَلَّبُوٓاْ أَوۡ تُقَطَّعَ أَيۡدِيهِمۡ وَأَرۡجُلُهُم مِّنۡ خِلَٰفٍ أَوۡ يُنفَوۡاْ مِنَ ٱلۡأَرۡضِۚ ذَٰلِكَ لَهُمۡ خِزۡيٞ فِي ٱلدُّنۡيَاۖ وَلَهُمۡ فِي ٱلۡأٓخِرَةِ عَذَابٌ عَظِيمٌ
De vergoeding voor degenen die een oorlog tegen Allah en Zijn boodschapper aangaan en ellende over het land brengen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of hun handen en voeten worden aan tegengestelde kanten afgehakt, of zij worden uit het land verbannen. Dat is hun vernedering in deze wereld en een grote bestraffing behoort aan hen toe in het hiernamaals.
إِلَّا ٱلَّذِينَ تَابُواْ مِن قَبۡلِ أَن تَقۡدِرُواْ عَلَيۡهِمۡۖ فَٱعۡلَمُوٓاْ أَنَّ ٱللَّهَ غَفُورٞ رَّحِيمٞ
Behalve voor degenen die terugkomen met spijt voordat zij onder jouw macht komen, in dat geval, weet dan dat Allah de Vaak-vergevende, de Genadevolle is.
يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ ٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَٱبۡتَغُوٓاْ إِلَيۡهِ ٱلۡوَسِيلَةَ وَجَٰهِدُواْ فِي سَبِيلِهِۦ لَعَلَّكُمۡ تُفۡلِحُونَ
O jullie die geloven! Verricht jullie plichten voor Allah en vrees Hem. Zoek de middelen om Hem te benaderen en werk hard voor Zijn zaak, zoveel jullie maar kunnen. Zodat jullie mogen slagen.
إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ لَوۡ أَنَّ لَهُم مَّا فِي ٱلۡأَرۡضِ جَمِيعٗا وَمِثۡلَهُۥ مَعَهُۥ لِيَفۡتَدُواْ بِهِۦ مِنۡ عَذَابِ يَوۡمِ ٱلۡقِيَٰمَةِ مَا تُقُبِّلَ مِنۡهُمۡۖ وَلَهُمۡ عَذَابٌ أَلِيمٞ
Waarlijk, als degenen die ongelovig zijn, de hele aarde hadden gehad en nog evenzoveel daarbij om losgeld voor zichzelf te betalen tegen de bestraffing op de dag der opstanding, zou dat nooit van hen geaccepteerd worden, en voor hen zal een pijnlijke bestraffing zijn.
يُرِيدُونَ أَن يَخۡرُجُواْ مِنَ ٱلنَّارِ وَمَا هُم بِخَٰرِجِينَ مِنۡهَاۖ وَلَهُمۡ عَذَابٞ مُّقِيمٞ
Zij hopen het Vuur te verlaten, maar zij kunnen daar nooit uit en voor hen is een altijd durende bestraffing.
وَٱلسَّارِقُ وَٱلسَّارِقَةُ فَٱقۡطَعُوٓاْ أَيۡدِيَهُمَا جَزَآءَۢ بِمَا كَسَبَا نَكَٰلٗا مِّنَ ٱللَّهِۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٞ
De dief, man of vrouw, hak zijn of haar hand af als vergoeding voor wat zij hebben gedaan. En Allah is de Almachtige, Alwijze.
فَمَن تَابَ مِنۢ بَعۡدِ ظُلۡمِهِۦ وَأَصۡلَحَ فَإِنَّ ٱللَّهَ يَتُوبُ عَلَيۡهِۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٞ رَّحِيمٌ
Maar degenen die berouw toont nadat hij zijn misdaad heeft begaan en goede daden verricht, dan voorwaar, Allah zal hem vergeven. Waarlijk, Allah is de Vaak-Vergevende, de Genadevolle.
أَلَمۡ تَعۡلَمۡ أَنَّ ٱللَّهَ لَهُۥ مُلۡكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ يُعَذِّبُ مَن يَشَآءُ وَيَغۡفِرُ لِمَن يَشَآءُۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ
Weet je niet dat slechts aan Allah het rijk van de hemelen en aarde toebehoort. Hij straft wie Hij wil en Hij vergeeft wie Hij wil. En Allah is tot alle zaken in staat.