بِسۡمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحۡمَٰنِ ٱلرَّحِيمِ
لَهُۥ مُعَقِّبَٰتٞ مِّنۢ بَيۡنِ يَدَيۡهِ وَمِنۡ خَلۡفِهِۦ يَحۡفَظُونَهُۥ مِنۡ أَمۡرِ ٱللَّهِۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُغَيِّرُ مَا بِقَوۡمٍ حَتَّىٰ يُغَيِّرُواْ مَا بِأَنفُسِهِمۡۗ وَإِذَآ أَرَادَ ٱللَّهُ بِقَوۡمٖ سُوٓءٗا فَلَا مَرَدَّ لَهُۥۚ وَمَا لَهُم مِّن دُونِهِۦ مِن وَالٍ
Voor ieder zijn er engelen in opvolging, voor en achter hem. Zij behoeden hem door het Bevel van Allah. Waarlijk! Allah zal de goede omstandigheden van de mensen niet veranderen zo lang zijn zelf de goedheid in hen niet veranderen. Maar als Allah een bestraffing voor de mensen wil, dan kan dat niet afgewend worden, en naast Hem zullen zij geen beschermer vinden.
هُوَ ٱلَّذِي يُرِيكُمُ ٱلۡبَرۡقَ خَوۡفٗا وَطَمَعٗا وَيُنشِئُ ٱلسَّحَابَ ٱلثِّقَالَ
En Hij is Die jullie de bliksem laat zien als een angst en een hoop. En Hij is het Die de zware wolken bijeenbrengt.
وَيُسَبِّحُ ٱلرَّعۡدُ بِحَمۡدِهِۦ وَٱلۡمَلَـٰٓئِكَةُ مِنۡ خِيفَتِهِۦ وَيُرۡسِلُ ٱلصَّوَٰعِقَ فَيُصِيبُ بِهَا مَن يَشَآءُ وَهُمۡ يُجَٰدِلُونَ فِي ٱللَّهِ وَهُوَ شَدِيدُ ٱلۡمِحَالِ
En de donder verheerlijkt en prijst Hem, en dat doen de engelen ook in ontzag voor Hem. Hij stuurt de bliksemflits en daarin slaat Hij ieder die Hij wil, maar zij redetwisten over Allah. En Hij is machtig in kracht en streng in de bestraffing.
لَهُۥ دَعۡوَةُ ٱلۡحَقِّۚ وَٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ مِن دُونِهِۦ لَا يَسۡتَجِيبُونَ لَهُم بِشَيۡءٍ إِلَّا كَبَٰسِطِ كَفَّيۡهِ إِلَى ٱلۡمَآءِ لِيَبۡلُغَ فَاهُ وَمَا هُوَ بِبَٰلِغِهِۦۚ وَمَا دُعَآءُ ٱلۡكَٰفِرِينَ إِلَّا فِي ضَلَٰلٖ
Voor Hem (alleen) is het woord van de waarheid en degenen die zij aanroepen, geven hen niet meer antwoord dan degene die zijn hand uitsteekt zodat het water zijn mond zal bereiken, maar het bereikt hem niet, en de aanroepingen van de ongelovigen is niets anders dan een vergissing.
۩ وَلِلَّهِۤ يَسۡجُدُۤ مَن فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ طَوۡعٗا وَكَرۡهٗا وَظِلَٰلُهُم بِٱلۡغُدُوِّ وَٱلۡأٓصَالِ
En voor Allah (alleen) knielt ieder die in de hemelen en op aarde is, vrijwillig of onvrijwillig en dat doen de schaduwen in de ochtend en de namiddag ook.
قُلۡ مَن رَّبُّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ قُلِ ٱللَّهُۚ قُلۡ أَفَٱتَّخَذۡتُم مِّن دُونِهِۦٓ أَوۡلِيَآءَ لَا يَمۡلِكُونَ لِأَنفُسِهِمۡ نَفۡعٗا وَلَا ضَرّٗاۚ قُلۡ هَلۡ يَسۡتَوِي ٱلۡأَعۡمَىٰ وَٱلۡبَصِيرُ أَمۡ هَلۡ تَسۡتَوِي ٱلظُّلُمَٰتُ وَٱلنُّورُۗ أَمۡ جَعَلُواْ لِلَّهِ شُرَكَآءَ خَلَقُواْ كَخَلۡقِهِۦ فَتَشَٰبَهَ ٱلۡخَلۡقُ عَلَيۡهِمۡۚ قُلِ ٱللَّهُ خَٰلِقُ كُلِّ شَيۡءٖ وَهُوَ ٱلۡوَٰحِدُ ٱلۡقَهَّـٰرُ
Zeg: “Wie is de Heer van de hemelen en de aarde?” Zeg: “Allah.” Zeg: “Hebben jullie dan (ter aanbidding) bondgenoten anders dan Hem genomen, die geen macht hebben noch waarvan je profijt of schade van kan hebben?” Zeg: “Is de blinde gelijk aan de ziende? Of duisternis gelijk aan licht? Of kennen zij aan Allah deelgenoten toe die een zelfde soort schepping scheppen als Hij, zodat de schepping en van Hem, voor hen gelijk lijken.” Zeg: “Allah is de Schepper van alle zaken, Hij is de Ene, de Onweerstaanbare.”
أَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءٗ فَسَالَتۡ أَوۡدِيَةُۢ بِقَدَرِهَا فَٱحۡتَمَلَ ٱلسَّيۡلُ زَبَدٗا رَّابِيٗاۖ وَمِمَّا يُوقِدُونَ عَلَيۡهِ فِي ٱلنَّارِ ٱبۡتِغَآءَ حِلۡيَةٍ أَوۡ مَتَٰعٖ زَبَدٞ مِّثۡلُهُۥۚ كَذَٰلِكَ يَضۡرِبُ ٱللَّهُ ٱلۡحَقَّ وَٱلۡبَٰطِلَۚ فَأَمَّا ٱلزَّبَدُ فَيَذۡهَبُ جُفَآءٗۖ وَأَمَّا مَا يَنفَعُ ٱلنَّاسَ فَيَمۡكُثُ فِي ٱلۡأَرۡضِۚ كَذَٰلِكَ يَضۡرِبُ ٱللَّهُ ٱلۡأَمۡثَالَ
Hij stuurt het water naar beneden uit de hemelen en de bedingen stromen vol volgens hun maat maar de stroom draagt het schuim weg wat op de oppervlakte ligt, en ook dat wat zij in het vuur verhitten om er sieraden of werkstukken van te maken, onstaat er een soortgelijk schuim, zo laat Allah zien wat waarheid en leugen is! Dan, als het schuim weg is gegaan (door wind of storming) en het wordt onbruikbaar, terwijl dat wat nuttig voor de mensheid is op de aarde blijft. Zo geeft Allah vergelijkingen.
لِلَّذِينَ ٱسۡتَجَابُواْ لِرَبِّهِمُ ٱلۡحُسۡنَىٰۚ وَٱلَّذِينَ لَمۡ يَسۡتَجِيبُواْ لَهُۥ لَوۡ أَنَّ لَهُم مَّا فِي ٱلۡأَرۡضِ جَمِيعٗا وَمِثۡلَهُۥ مَعَهُۥ لَٱفۡتَدَوۡاْ بِهِۦٓۚ أُوْلَـٰٓئِكَ لَهُمۡ سُوٓءُ ٱلۡحِسَابِ وَمَأۡوَىٰهُمۡ جَهَنَّمُۖ وَبِئۡسَ ٱلۡمِهَادُ
Voor degenen die de Roep van hun Heer beantwoorden is er het paradijs. Maar voor degenen die Zijn Roep niet beantwoorden, zouden onvoldoende hebben om al wat op aarde bestaat en nog eens zoveel als losprijs aan te bieden. Voor hen zal er een verschrikkelijke afrekening volgen. Hun verblijfplaats zal de hel zijn – en dat is zeker een slechte rustplaats.
۞أَفَمَن يَعۡلَمُ أَنَّمَآ أُنزِلَ إِلَيۡكَ مِن رَّبِّكَ ٱلۡحَقُّ كَمَنۡ هُوَ أَعۡمَىٰٓۚ إِنَّمَا يَتَذَكَّرُ أُوْلُواْ ٱلۡأَلۡبَٰبِ
Zal degene dan die weet dat wat aan jou door je Heer geopenbaard is, de waarheid is, gelijk zijn aan degene die blind is? Maar het zijn slechts de mensen van begrip die daar acht op slaan.
ٱلَّذِينَ يُوفُونَ بِعَهۡدِ ٱللَّهِ وَلَا يَنقُضُونَ ٱلۡمِيثَٰقَ
Degenen die het verbond van Allah vervullen en het verbond niet verbreken.